x

door Inge Hanemaaijer en Lisan Homan

| advocaten bij Van Benthem & Keulen B.V.

Schade veroorzaakt met of door een (opgevoerde) elektrische fiets,
hoe zit dat precies?

Achtergrond

Door de nieuwe definitie in de Richtlijn zijn lidstaten niet (langer) verplicht een aansprakelijkheids-
verzekering te eisen voor voertuigen die niet onder de nieuwe definitie motorvoertuig vallen, maar het staat hier ook niet in de weg. Lidstaten hebben op dit punt dus keuzevrijheid. De Nederlandse wetgever heeft er nadrukkelijk voor gekozen de huidige verzekeringsplicht te handhaven en de definitie van het begrip motorrijtuig in de WAM niet te wijzigen.

Duidelijk is dat het aan degene die een beroep doet op artikel 185 WVW is, om te stellen, en bij betwisting te bewijzen, dat sprake is van een ongeval tussen een gemotoriseerde en ongemotoriseerde verkeersdeelnemer en in het verlengde daarvan of sprake is van een fiets met trapondersteuning of een motorrijtuig.

Dit betekent dat wanneer een bestuurder van een opgevoerde elektrische fiets betrokken raakt bij een verkeersongeval, de benadeelde zich niet tot een verzekeraar kan wenden en de bestuurder zelf aansprakelijk is voor de door hem of haar veroorzaakte schade.

Achtergrond

Voetnoten

  • Brief 7 november 2023 aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, te raadplegen op www.amsterdam.nl/nieuws/maatregelen-overlast-fatbikes

  • Kamerstukken II 2023-2024, 29398, nr. 1090.

  • Nieuwsbericht politie 7 februari 2024: 'Politie rolt nieuwe rollentestbanken uit', te raadplegen op www.politie.nl/nieuws/politie-rolt-nieuwe-rollentestbanken-uit

  • Artikel 1 lid 1 onder e WVW en artikel 1 lid 2 RVV 1990.

  • Artikel 2 jo. Artikel 3 WAM.

  • Artikel 25 lid 1 onder b WAM.

  • Artikel 24 WAM.

  • Hoge Raad 28 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0526 (IZA/Vrerink).

  • Hoge Raad 1 juni 1990, ECLI:NL:HR:1990:AB7631.

  • Handboek Personenschade 20.52.8.1. Reflexwerking van art. 185 WVW.

  • Hoge Raad 4 mei 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1426 (Chang-a-Hung/Maalsté).

  • Handboek Personenschade 2052.4.1. Art. 185 WVW. 

  • Rechtbank Overijssel 10 november 2021, ECLI:NL:RBOVE:2021:4401.

  • Rechtbank Noord-Nederland 8 maart 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2736.

  • Rechtbank Noord-Nederland 21 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:5003.

  • Rechtbank Den Haag 8 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:   2023:8146.

  • Naast deze onderdelen bevat de Richtlijn ook andere wijzigingen, waaronder de verhoging van de minimumbedragen, een regeling inzake insolvente verzekeraars, uitbreiding van de controle op verzekering en diverse bepalingen die zien op het sluiten van een verzekeringsovereenkomst. Wij zullen deze onderdelen en de wijze waarop de Nederlandse wetgever deze al dan niet heeft geïmplementeerd voor dit artikel verder buiten beschouwing laten.

  • Besluit implementatie zesde richtlijn motorrijtuigenverzekering, artikel 1.

  • Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 339, nr. 3, p. 13.

Schade veroorzaakt met of door een (opgevoerde) elektrische fiets,
hoe zit dat precies?

door Inge Hanemaaijer
en Lisan Homan | advocaten bij Van Benthem & Keulen B.V.

Achtergrond

Duidelijk is dat het aan degene die een beroep doet op artikel 185 WVW is, om te stellen, en bij betwisting te bewijzen, dat sprake is van een ongeval tussen een gemotoriseerde en ongemotoriseerde verkeersdeelnemer en in het verlengde daarvan of sprake is van een fiets met trapondersteuning of een motorrijtuig.

Dit betekent dat wanneer een bestuurder van een opgevoerde elektrische fiets betrokken raakt bij een verkeersongeval, de benadeelde zich niet tot een verzekeraar kan wenden en de bestuurder zelf aansprakelijk is voor de door hem of haar veroorzaakte schade.

Door de nieuwe definitie in de Richtlijn zijn lidstaten niet (langer) verplicht een aansprakelijkheids-
verzekering te eisen voor voertuigen die niet onder de nieuwe definitie motorvoertuig vallen, maar het staat hier ook niet in de weg. Lidstaten hebben op dit punt dus keuzevrijheid. De Nederlandse wetgever heeft er nadrukkelijk voor gekozen de huidige verzekeringsplicht te handhaven en de definitie van het begrip motorrijtuig in de WAM niet te wijzigen.

  • Brief 7 november 2023 aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, te raadplegen op www.amsterdam.nl/nieuws/maatregelen-overlast-fatbikes

  • Kamerstukken II 2023-2024, 29398, nr. 1090.

  • Nieuwsbericht politie 7 februari 2024: 'Politie rolt nieuwe rollentestbanken uit', te raadplegen op www.politie.nl/nieuws/politie-rolt-nieuwe-rollentestbanken-uit

  • Artikel 1 lid 1 onder e WVW en artikel 1 lid 2 RVV 1990.

  • Artikel 2 jo. Artikel 3 WAM.

  • Artikel 25 lid 1 onder b WAM.

  • Artikel 24 WAM.

  • Hoge Raad 28 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0526 (IZA/Vrerink).

  • Hoge Raad 1 juni 1990, ECLI:NL:HR:1990:AB7631.

  • Handboek Personenschade 20.52.8.1. Reflexwerking van art. 185 WVW.

  • Hoge Raad 4 mei 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1426 (Chang-a-Hung/Maalsté).

  • Handboek Personenschade 2052.4.1. Art. 185 WVW. 

  • Rechtbank Overijssel 10 november 2021, ECLI:NL:RBOVE:2021:4401.

  • Rechtbank Noord-Nederland 8 maart 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2736.

  • Rechtbank Noord-Nederland 21 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:5003.

  • Rechtbank Den Haag 8 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:   2023:8146.

  • Naast deze onderdelen bevat de Richtlijn ook andere wijzigingen, waaronder de verhoging van de minimumbedragen, een regeling inzake insolvente verzekeraars, uitbreiding van de controle op verzekering en diverse bepalingen die zien op het sluiten van een verzekeringsovereenkomst. Wij zullen deze onderdelen en de wijze waarop de Nederlandse wetgever deze al dan niet heeft geïmplementeerd voor dit artikel verder buiten beschouwing laten.

  • Besluit implementatie zesde richtlijn motorrijtuigenverzekering, artikel 1.

  • Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 339, nr. 3, p. 13.

Voetnoten