“Met een luis in de pels heb je geen rechter meer nodig”

Kan het ook anders?

LSA
Symposion
2024

Jaap Sap 
| raadsheer in Gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden

“De commissies zijn laagdrempelig, maken deel uit van de organisatie, werknemers kunnen per e-mail om een advies vragen. De commissies werken relatief vlot, zijn oplossingsgericht en streven naar finale geschiloplossing.”


Jaap Sap 

“Zijn wij met elkaar wel op de goede weg? Doen wij de dingen die noodzakelijk zijn? Zijn we niet bezig geld te verdienen over de rug van het slachtoffer? Of zijn we zozeer in ons eigen gelijk vastgeroest dat elk conflict op de spits wordt gedreven en alles opeens principieel lijkt te zijn?”


Jaap Sap 

“Zijn wij met elkaar wel op de goede weg? Doen wij de dingen die noodzakelijk zijn? Zijn we niet bezig geld te verdienen over de rug van het slachtoffer? Of zijn we zozeer in ons eigen gelijk vastgeroest dat elk conflict op de spits wordt gedreven en alles opeens principieel lijkt te zijn? Deze vragen houden mij al langere tijd bezig. En dat is ook de context van het verhaal dat ik u ga vertellen”, aldus Jaap Sap. Zijn verhaal betrof het schaderegelingsproces in de situatie dat de aansprakelijkheid geen onderwerp van discussie meer is. De procedurele normering van dat proces, met de GBL, de deelgeschilprocedure, mediation, de Kamer voor Langlopende Letselschadezaken en pilots op het gebied van buitengerechtelijke kosten en één medisch adviseur, die normering heeft volgens Jaap Sap onbedoelde effecten: de rechter wordt vaker ingeschakeld (49 keer in 2005, 188 keer in 2022), bij de rechter worden tegenstellingen uitvergroot en vaak is er sprake van secundaire victimisatie. “De huidige werkwijze is op tegenstellingen gericht en met het systeem waarin wij werken, kan dat haast niet anders. Er is een grote noodzaak tot ongelijkheidscompensatie en een gemakkelijkere toegang tot de rechter stimuleert volgens mij de escalatie van de hele zaak. Daardoor verjuridiseert het proces – en veel sneller dan we eigenlijk zouden willen. Dat is inherent aan de manier waarop wij denken en waarop wij werken. En morgen, wanneer u weer aan het werk gaat, hebt u een leuke mening gehoord, maar ‘in the end of the day’ verandert er helemaal niets.”

 

Regelingen

Volgens Jaap Sap laten de paritair samengestelde adviescommissies bij personenschaderegelingen zien hoe het anders kan, “maar het vereist enige bereidheid om ook daadwerkelijk iets anders te willen”, zo zei hij. Sap kent drie van zulke commissies van binnenuit, bij het ministerie van Defensie, de Nationale Politie en de Nederlandse Spoorwegen. De regelingen in kwestie tonen verschillen en overeenkomsten. De toegang tot de regeling staat bij Defensie en de Politie vast, maar is bij de NS onderwerp van advies. Ook de mate waarin naar het BW wordt gekeken, varieert: Defensie vergoedt schade op grond van het BW, de Politie vergoedt schade naar billijkheid met een oriëntatie op het BW en de NS biedt een gefixeerde vergoeding. Bij Defensie en Politie hebben de slachtoffers een rechtspositionele aanspraak en bij de NS staat de aanspraak los van aansprakelijkheid. Defensie, Politie en NS hebben een eigen adviescommissie, waarvan het advies bij Defensie en Politie zwaarwegend is en bij de NS niet. “En mij gaat het om die adviescommissie”, benadrukte Sap.

 

Paritair

De adviescommissies zijn paritair samengesteld, dus met een afvaardiging van de werkgever, van de werknemersorganisatie en een onafhankelijke voorzitter. Ze hebben een eigen secretariaat. Iedereen kan de commissie om advies vragen. Wanneer de commissie dat noodzakelijk vindt, komt er een hoorzitting. De commissie stuurt vervolgens een schriftelijk advies aan de werkgever en die neemt een besluit. Het is de bedoeling dat met dat besluit ook het gegeven advies aan de werknemer wordt toegestuurd. De adviezen van de commissie gaan over uiteenlopende thema’s. Sap noemde de relatie tussen de restschade en de rechtspositionele aanspraak, het wel of niet verrekenen van smartengeld, het hypothetische verloop van loopbanen, het openbreken van een vaststellingsovereenkomst, de toegepaste rekenmethodiek en de omvang van huishoudelijke hulp en zelfwerkzaamheid.

 

Spanningsvelden

Jaap Sap vertelde tijdens het LSA Symposion over de spanningsvelden die zich in en rond de adviescommissies kunnen voordoen. De organisatie in kwestie kan twijfels bij de onafhankelijkheid van de commissie hebben en in het verlengde daarvan een advies niet accepteren of niet opvolgen. Ook kan het gebeuren dat de organisatie invloed op de uitkomsten wil hebben. “Dat begrijp ik wel”, aldus Sap, “want het is een belanghebbende partij. Een van de organisaties wilde eerst een conceptadvies en daar wat van vinden, en pas daarna het echte advies. Daar moet je niet aan beginnen vind ik.” Ook de openbaarheid van de adviezen kan een discussiepunt zijn. Sap: “Wij brengen een advies uit en dat advies verdwijnt op het bureau van de juridische dienst. De betrokkene kent dat advies niet. De organisatie weet precies wat de lijnen zijn aan de hand van waarvan de commissie denkt en de betrokkene weet dat niet. Die kan zich daar niet op oriënteren. Zo heb je natuurlijk geen level playing field.”

 

Voordelen

“De commissies zijn laagdrempelig, maken deel uit van de organisatie, werknemers kunnen per e-mail om een advies vragen”, zo somde Jaap Sap de procedurele voordelen op. “De commissies werken relatief vlot, zijn oplossingsgericht en streven naar finale geschiloplossing. Belangrijk is ook dat de mensen die bij die commissies komen, oud-functionarissen zijn. Zij voelen zich gehoord door hun eigen organisatie, waarvoor ze jarenlang hebben gewerkt en waardoor ze arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dat is een niet te onderschatten element.” Sap denkt dat zulke adviescommissies in meer situaties kunnen worden ingezet dan nu het geval is – hij noemde het werkveld van ziekenhuizen en artsen – en benadrukte dat ze vooral heel dicht bij de organisatie moeten worden gehouden. “De organisatie moet zich wel committeren aan het feit dat de zaak op die manier moet worden opgelost. Ook de verzekeraars kunnen zich daaraan committeren. De adviescommissies zijn geen Kifid of ombudsman of klokkenluider, maar misschien zijn ze wel een luis in de pels. En met een luis in de pels heb je meestal geen rechter meer nodig.”

Jaap Sap, raadsheer in Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, sprak tijdens het LSA Symposion als voorzitter van verschillende paritair samengestelde commissies die over letselschaderegelingen adviseren. Bij het ministerie van Defensie gaat het om militairen die een posttraumatische stressstoornis hebben opgelopen, bij de Nationale Politie om politiemensen met dezelfde stoornis en bij de Nederlandse Spoorwegen om werknemers die aan chroom-6 blootgesteld zijn geweest. Op het LSA Symposion besprak Jaap Sap de eigenschappen en het belang van dergelijke commissies.

naam 
| functie

Actueel


Kan het ook anders?
“Met een luis in de pels heb je geen rechter meer nodig”

LSA
Symposion
2024

“De commissies zijn laagdrempelig, maken deel uit van de organisatie, werknemers kunnen per e-mail om een advies vragen. De commissies werken relatief vlot, zijn oplossingsgericht en streven naar finale geschiloplossing.”


Jaap Sap 

“Zijn wij met elkaar wel op de goede weg? Doen wij de dingen die noodzakelijk zijn? Zijn we niet bezig geld te verdienen over de rug van het slachtoffer? Of zijn we zozeer in ons eigen gelijk vastgeroest dat elk conflict op de spits wordt gedreven en alles opeens principieel lijkt te zijn?”


Jaap Sap 

Jaap Sap, raadsheer in Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, sprak tijdens het LSA Symposion als voorzitter van verschillende paritair samengestelde commissies die over letselschaderegelingen adviseren. Bij het ministerie van Defensie gaat het om militairen die een posttraumatische stressstoornis hebben opgelopen, bij de Nationale Politie om politiemensen met dezelfde stoornis en bij de Nederlandse Spoorwegen om werknemers die aan chroom-6 blootgesteld zijn geweest. Op het LSA Symposion besprak Jaap Sap de eigenschappen en het belang van dergelijke commissies.

Jaap Sap 
| raadsheer in Gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden

Actueel

“Zijn wij met elkaar wel op de goede weg? Doen wij de dingen die noodzakelijk zijn? Zijn we niet bezig geld te verdienen over de rug van het slachtoffer? Of zijn we zozeer in ons eigen gelijk vastgeroest dat elk conflict op de spits wordt gedreven en alles opeens principieel lijkt te zijn? Deze vragen houden mij al langere tijd bezig. En dat is ook de context van het verhaal dat ik u ga vertellen”, aldus Jaap Sap. Zijn verhaal betrof het schaderegelingsproces in de situatie dat de aansprakelijkheid geen onderwerp van discussie meer is. De procedurele normering van dat proces, met de GBL, de deelgeschilprocedure, mediation, de Kamer voor Langlopende Letselschadezaken en pilots op het gebied van buitengerechtelijke kosten en één medisch adviseur, die normering heeft volgens Jaap Sap onbedoelde effecten: de rechter wordt vaker ingeschakeld (49 keer in 2005, 188 keer in 2022), bij de rechter worden tegenstellingen uitvergroot en vaak is er sprake van secundaire victimisatie. “De huidige werkwijze is op tegenstellingen gericht en met het systeem waarin wij werken, kan dat haast niet anders. Er is een grote noodzaak tot ongelijkheidscompensatie en een gemakkelijkere toegang tot de rechter stimuleert volgens mij de escalatie van de hele zaak. Daardoor verjuridiseert het proces – en veel sneller dan we eigenlijk zouden willen. Dat is inherent aan de manier waarop wij denken en waarop wij werken. En morgen, wanneer u weer aan het werk gaat, hebt u een leuke mening gehoord, maar ‘in the end of the day’ verandert er helemaal niets.”

 

Regelingen

Volgens Jaap Sap laten de paritair samengestelde adviescommissies bij personenschaderegelingen zien hoe het anders kan, “maar het vereist enige bereidheid om ook daadwerkelijk iets anders te willen”, zo zei hij. Sap kent drie van zulke commissies van binnenuit, bij het ministerie van Defensie, de Nationale Politie en de Nederlandse Spoorwegen. De regelingen in kwestie tonen verschillen en overeenkomsten. De toegang tot de regeling staat bij Defensie en de Politie vast, maar is bij de NS onderwerp van advies. Ook de mate waarin naar het BW wordt gekeken, varieert: Defensie vergoedt schade op grond van het BW, de Politie vergoedt schade naar billijkheid met een oriëntatie op het BW en de NS biedt een gefixeerde vergoeding. Bij Defensie en Politie hebben de slachtoffers een rechtspositionele aanspraak en bij de NS staat de aanspraak los van aansprakelijkheid. Defensie, Politie en NS hebben een eigen adviescommissie, waarvan het advies bij Defensie en Politie zwaarwegend is en bij de NS niet. “En mij gaat het om die adviescommissie”, benadrukte Sap.

 

Paritair

De adviescommissies zijn paritair samengesteld, dus met een afvaardiging van de werkgever, van de werknemersorganisatie en een onafhankelijke voorzitter. Ze hebben een eigen secretariaat. Iedereen kan de commissie om advies vragen. Wanneer de commissie dat noodzakelijk vindt, komt er een hoorzitting. De commissie stuurt vervolgens een schriftelijk advies aan de werkgever en die neemt een besluit. Het is de bedoeling dat met dat besluit ook het gegeven advies aan de werknemer wordt toegestuurd. De adviezen van de commissie gaan over uiteenlopende thema’s. Sap noemde de relatie tussen de restschade en de rechtspositionele aanspraak, het wel of niet verrekenen van smartengeld, het hypothetische verloop van loopbanen, het openbreken van een vaststellingsovereenkomst, de toegepaste rekenmethodiek en de omvang van huishoudelijke hulp en zelfwerkzaamheid.

 

Spanningsvelden

Jaap Sap vertelde tijdens het LSA Symposion over de spanningsvelden die zich in en rond de adviescommissies kunnen voordoen. De organisatie in kwestie kan twijfels bij de onafhankelijkheid van de commissie hebben en in het verlengde daarvan een advies niet accepteren of niet opvolgen. Ook kan het gebeuren dat de organisatie invloed op de uitkomsten wil hebben. “Dat begrijp ik wel”, aldus Sap, “want het is een belanghebbende partij. Een van de organisaties wilde eerst een conceptadvies en daar wat van vinden, en pas daarna het echte advies. Daar moet je niet aan beginnen vind ik.” Ook de openbaarheid van de adviezen kan een discussiepunt zijn. Sap: “Wij brengen een advies uit en dat advies verdwijnt op het bureau van de juridische dienst. De betrokkene kent dat advies niet. De organisatie weet precies wat de lijnen zijn aan de hand van waarvan de commissie denkt en de betrokkene weet dat niet. Die kan zich daar niet op oriënteren. Zo heb je natuurlijk geen level playing field.”

 

Voordelen

“De commissies zijn laagdrempelig, maken deel uit van de organisatie, werknemers kunnen per e-mail om een advies vragen”, zo somde Jaap Sap de procedurele voordelen op. “De commissies werken relatief vlot, zijn oplossingsgericht en streven naar finale geschiloplossing. Belangrijk is ook dat de mensen die bij die commissies komen, oud-functionarissen zijn. Zij voelen zich gehoord door hun eigen organisatie, waarvoor ze jarenlang hebben gewerkt en waardoor ze arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dat is een niet te onderschatten element.” Sap denkt dat zulke adviescommissies in meer situaties kunnen worden ingezet dan nu het geval is – hij noemde het werkveld van ziekenhuizen en artsen – en benadrukte dat ze vooral heel dicht bij de organisatie moeten worden gehouden. “De organisatie moet zich wel committeren aan het feit dat de zaak op die manier moet worden opgelost. Ook de verzekeraars kunnen zich daaraan committeren. De adviescommissies zijn geen Kifid of ombudsman of klokkenluider, maar misschien zijn ze wel een luis in de pels. En met een luis in de pels heb je meestal geen rechter meer nodig.”