In gesprek met Chris van Dijk en Petra Oskam
Opleiding
Actualiteiten
Personenschade
“Uiteraard komt de meest relevante rechtspraak in onze colleges aan bod. Zo zijn er in het afgelopen jaar meerdere uitspraken gedaan over het werk van ongereguleerde belangenbehartigers.”
Petra Oskam
“Rechters zien steeds meer dat deze belangenbehartigers de fout in gaan.”
Chris van Dijk
Chris van Dijk
| advocaat bij Kennedy Van der Laan
Petra Oskam
| advocaat bij Kennedy Van der Laan
naam
| functie
Wat vinden jullie de meest opvallende zaken uit de rechtspraak van het afgelopen jaar? Wordt deze ook besproken tijdens de reeks?
Oskam: “Uiteraard komt de meest relevante rechtspraak in onze colleges aan bod. Zo zijn er in het afgelopen jaar meerdere uitspraken gedaan over het werk van ongereguleerde belangenbehartigers . Deze belangenbehartigers zijn geen advocaat en ook niet aangesloten bij organisaties zoals het NIVRE. Zij hanteren vaak hoge uurtarieven, hebben veelal geen ter zake doende opleiding en zijn daarom niet gekwalificeerd letselschadezaken te behandelen. Ook is er een aantal zaken, waarvan één van Chris, waarbij belangenbehartigers betrokken zijn bij het dubbel claimen van schade, waarna registratie in het EVR volgde. Wij hebben de indruk dat binnen de rechtspraak er tegenwoordig meer oog is voor deze kwalijke praktijken en de noodzaak van het aanpakken daarvan.”
“Rechters zien steeds meer dat deze belangenbehartigers de fout in gaan”, vervolgt Van Dijk. Zo wordt er soms dubbel geclaimd, of zijn de ongevallen niet echt gebeurd. Als verzekeraar kun je in zulke gevallen verschillende dingen doen, bijvoorbeeld deze belangenbehartigers registreren. De rechters gaan hier meer en meer in mee en oordelen vaker dat verzekeraars in zulke gevallen geen zaken meer hoeven te doen met deze personen. Aan de andere kant zijn verzekeraars ook meer en meer bezig om dubieuze situaties aan de kaak te stellen en daarover te procederen. Ook zijn ze meer bereid om klachten in te dienen. Ze zijn terecht voorzichtig, maar als het terecht is zijn wij ook van mening dat verzekeraars dit moeten doen.”
Wanneer het gaat om opvallende zaken, noemt Van Dijk ook de twee arresten van de Hoge Raad van 1 december 2023. In de ene zaak staat centraal of de medisch aansprakelijkheidsverzekeraar het advies van de medisch adviseur moet overleggen aan de benadeelde als de vraag speelt of een ziekenhuis wel of niet aansprakelijk is. “Volgens de Hoge Raad kan uit de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst geen recht op inzage van dit advies worden ontleend. De andere zaak betrof het antwoord op de vraag of de behandelend jurist van het aansprakelijk gestelde ziekenhuis of diens aansprakelijkheidsverzekeraar zonder toestemming van de patiënt inzage mag krijgen in het medisch dossier. “De Hoge Raad beantwoordt die vraag ontkennend, maar overweegt ook dat de jurist van het ziekenhuis zich dan ook niet een goed oordeel kan vormen over de aansprakelijkheid. Als geen toestemming wordt gegeven behoeft het ziekenhuis dan in beginsel geen standpunt over de aansprakelijkheid in te nemen.” Van Dijk is het met dit standpunt van de Raad eens: “Je moet als ziekenhuis of verzekeraar wel een basis hebben om een oordeel over aansprakelijkheid te kunnen geven.”
Stel, ik ben letselschadebehandelaar bij een verzekeraar. Waarom moet ik dan deze collegereeks volgen?
Van Dijk: “Om je kennis op peil te houden. We behandelen niet alleen zaken van de Hoge Raad, maar ook zaken uit de lagere rechtspraak. Door de colleges online te volgen, kun je makkelijk vanachter je eigen laptop je kennis vergroten. Op een eenvoudige manier rollen de meest relevante zaken voorbij. Als je de colleges volgt, leer je ook hoe rechters over bepaalde zaken denken.” Oskam voegt hieraan toe dat ook actuele zaken aan bod komen, zoals recent over whiplash en buitengerechtelijke kosten. Van Dijk concludeert verder dat de gehele reeks een combinatie vormt van actualiteit en verdieping. “Zo grijpen we actuele rechtspraak over bijvoorbeeld sport en spel ook aan om stil te staan bij het juridisch kader van sport- en spel-aansprakelijkheid. Een en ander zet je ook zelf aan het denken: wat is nu wel en niet rechtvaardige uitkomst”
In hoeverre zijn de colleges interactief?
Van Dijk: “Er is zeker een mogelijkheid om vragen te stellen. Ook doen we regelmatig een poll in het begin, waarbij we een vraag stellen waarop we later in het college terugkomen. Ook kunnen mensen na afloop een evaluatie invullen en onderwerpen aandragen waar we zeker iets mee doen. Met de online colleges is veel interactie natuurlijk niet mogelijk, maar daarentegen is het voor veel mensen makkelijker in hun (werk)dag in te passen dan naar het kantoor van het Verbond in Den Haag te moeten komen.”
Komen er ook Europese zaken aan bod of betreft het enkel Nederlandse zaken? Waarom is hiervoor gekozen?
Oskam: “We richten ons op het Nederlands recht zodat schadebehandelaren er direct wat mee kunnen in de praktijk.” Van Dijk: “Het internationale is heel leuk en leerzaam, maar we bieden het vooral als achtergrond, bijvoorbeeld als het gaat om de rechtsontwikkeling met betrekking tot smartengeld.”
Tot slot. Hoe zien jullie de toekomst van letselschadezaken? Komen er nog grote ‘wettelijke veranderingen’ aan?
Van Dijk: “Er is in de afgelopen jaren veel rechtsontwikkeling geweest, bijvoorbeeld op het terrein van werkgeversaansprakelijkheid en shockschade. Echt baanbrekende arresten van de Hoge Raad verwachten wij niet. Het is wel te verwachten dat de gezichtspunten die de Hoge Raad bijvoorbeeld heeft geformuleerd voor shockschade in het Hoogeveen-arrest verder zullen worden uitgekristalliseerd in de lagere rechtspraak. Ook de hoogte van het smartengeld en mogelijke normering hiervoor is een onderwerp in beweging. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de hoogte van het smartengeld bij strafrechters hoger is dan bij de civiele rechter. Dit wordt als een probleem ervaren en rechters zoeken dan ook handvatten om zich op de kunnen baseren, zoals een normering.
Oskam: “Tot slot zijn er ontwikkelingen te verwachten ten aanzien van affectieschade; het ziet ernaar uit dat kring van vorderingsgerechtigden door de wetgever op korte termijn wordt uitgebreid met broers en zussen.”
Chris van Dijk en Petra Oskam van advocatenkantoor Kennedy Van der Laan verzorgen vanaf 2 april een nieuwe online collegereeks waarin de actuele jurisprudentie op het gebied van personenschade aan bod komt. Wij spreken met hen over de aankomende reeks en wat hen opvalt op het gebied van personenschade.
Opleiding
terug
In gesprek met Chris van Dijk en Petra Oskam
Actualiteiten
Personenschade
Opleiding
Chris van Dijk
| advocaat bij Kennedy Van der Laan
“Rechters zien steeds meer dat deze belangenbehartigers de fout in gaan.”
Chris van Dijk
Petra Oskam
| advocaat bij Kennedy Van der Laan
terug
“Uiteraard komt de meest relevante rechtspraak in onze colleges aan bod. Zo zijn er in het afgelopen jaar meerdere uitspraken gedaan over het werk van ongereguleerde belangenbehartigers.”
Petra Oskam
Wat vinden jullie de meest opvallende zaken uit de rechtspraak van het afgelopen jaar? Wordt deze ook besproken tijdens de reeks?
Oskam: “Uiteraard komt de meest relevante rechtspraak in onze colleges aan bod. Zo zijn er in het afgelopen jaar meerdere uitspraken gedaan over het werk van ongereguleerde belangenbehartigers . Deze belangenbehartigers zijn geen advocaat en ook niet aangesloten bij organisaties zoals het NIVRE. Zij hanteren vaak hoge uurtarieven, hebben veelal geen ter zake doende opleiding en zijn daarom niet gekwalificeerd letselschadezaken te behandelen. Ook is er een aantal zaken, waarvan één van Chris, waarbij belangenbehartigers betrokken zijn bij het dubbel claimen van schade, waarna registratie in het EVR volgde. Wij hebben de indruk dat binnen de rechtspraak er tegenwoordig meer oog is voor deze kwalijke praktijken en de noodzaak van het aanpakken daarvan.”
“Rechters zien steeds meer dat deze belangenbehartigers de fout in gaan”, vervolgt Van Dijk. Zo wordt er soms dubbel geclaimd, of zijn de ongevallen niet echt gebeurd. Als verzekeraar kun je in zulke gevallen verschillende dingen doen, bijvoorbeeld deze belangenbehartigers registreren. De rechters gaan hier meer en meer in mee en oordelen vaker dat verzekeraars in zulke gevallen geen zaken meer hoeven te doen met deze personen. Aan de andere kant zijn verzekeraars ook meer en meer bezig om dubieuze situaties aan de kaak te stellen en daarover te procederen. Ook zijn ze meer bereid om klachten in te dienen. Ze zijn terecht voorzichtig, maar als het terecht is zijn wij ook van mening dat verzekeraars dit moeten doen.”
Wanneer het gaat om opvallende zaken, noemt Van Dijk ook de twee arresten van de Hoge Raad van 1 december 2023. In de ene zaak staat centraal of de medisch aansprakelijkheidsverzekeraar het advies van de medisch adviseur moet overleggen aan de benadeelde als de vraag speelt of een ziekenhuis wel of niet aansprakelijk is. “Volgens de Hoge Raad kan uit de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst geen recht op inzage van dit advies worden ontleend. De andere zaak betrof het antwoord op de vraag of de behandelend jurist van het aansprakelijk gestelde ziekenhuis of diens aansprakelijkheidsverzekeraar zonder toestemming van de patiënt inzage mag krijgen in het medisch dossier. “De Hoge Raad beantwoordt die vraag ontkennend, maar overweegt ook dat de jurist van het ziekenhuis zich dan ook niet een goed oordeel kan vormen over de aansprakelijkheid. Als geen toestemming wordt gegeven behoeft het ziekenhuis dan in beginsel geen standpunt over de aansprakelijkheid in te nemen.” Van Dijk is het met dit standpunt van de Raad eens: “Je moet als ziekenhuis of verzekeraar wel een basis hebben om een oordeel over aansprakelijkheid te kunnen geven.”
Stel, ik ben letselschadebehandelaar bij een verzekeraar. Waarom moet ik dan deze collegereeks volgen?
Van Dijk: “Om je kennis op peil te houden. We behandelen niet alleen zaken van de Hoge Raad, maar ook zaken uit de lagere rechtspraak. Door de colleges online te volgen, kun je makkelijk vanachter je eigen laptop je kennis vergroten. Op een eenvoudige manier rollen de meest relevante zaken voorbij. Als je de colleges volgt, leer je ook hoe rechters over bepaalde zaken denken.” Oskam voegt hieraan toe dat ook actuele zaken aan bod komen, zoals recent over whiplash en buitengerechtelijke kosten. Van Dijk concludeert verder dat de gehele reeks een combinatie vormt van actualiteit en verdieping. “Zo grijpen we actuele rechtspraak over bijvoorbeeld sport en spel ook aan om stil te staan bij het juridisch kader van sport- en spel-aansprakelijkheid. Een en ander zet je ook zelf aan het denken: wat is nu wel en niet rechtvaardige uitkomst”
In hoeverre zijn de colleges interactief?
Van Dijk: “Er is zeker een mogelijkheid om vragen te stellen. Ook doen we regelmatig een poll in het begin, waarbij we een vraag stellen waarop we later in het college terugkomen. Ook kunnen mensen na afloop een evaluatie invullen en onderwerpen aandragen waar we zeker iets mee doen. Met de online colleges is veel interactie natuurlijk niet mogelijk, maar daarentegen is het voor veel mensen makkelijker in hun (werk)dag in te passen dan naar het kantoor van het Verbond in Den Haag te moeten komen.”
Komen er ook Europese zaken aan bod of betreft het enkel Nederlandse zaken? Waarom is hiervoor gekozen?
Oskam: “We richten ons op het Nederlands recht zodat schadebehandelaren er direct wat mee kunnen in de praktijk.” Van Dijk: “Het internationale is heel leuk en leerzaam, maar we bieden het vooral als achtergrond, bijvoorbeeld als het gaat om de rechtsontwikkeling met betrekking tot smartengeld.”
Tot slot. Hoe zien jullie de toekomst van letselschadezaken? Komen er nog grote ‘wettelijke veranderingen’ aan?
Van Dijk: “Er is in de afgelopen jaren veel rechtsontwikkeling geweest, bijvoorbeeld op het terrein van werkgeversaansprakelijkheid en shockschade. Echt baanbrekende arresten van de Hoge Raad verwachten wij niet. Het is wel te verwachten dat de gezichtspunten die de Hoge Raad bijvoorbeeld heeft geformuleerd voor shockschade in het Hoogeveen-arrest verder zullen worden uitgekristalliseerd in de lagere rechtspraak. Ook de hoogte van het smartengeld en mogelijke normering hiervoor is een onderwerp in beweging. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de hoogte van het smartengeld bij strafrechters hoger is dan bij de civiele rechter. Dit wordt als een probleem ervaren en rechters zoeken dan ook handvatten om zich op de kunnen baseren, zoals een normering.
Oskam: “Tot slot zijn er ontwikkelingen te verwachten ten aanzien van affectieschade; het ziet ernaar uit dat kring van vorderingsgerechtigden door de wetgever op korte termijn wordt uitgebreid met broers en zussen.”
Chris van Dijk en Petra Oskam van advocatenkantoor Kennedy Van der Laan verzorgen vanaf
2 april een nieuwe online collegereeks waarin de actuele jurisprudentie op het gebied van personenschade aan bod komt. Wij spreken met hen over de aankomende reeks en wat hen opvalt op het gebied van personenschade.
Opleiding