Het is goed om even stil te staan bij het regresrecht van een gemeente op grond van de WMO. Zoals bekend is dit regresrecht ontstaan met invoering van de WMO 2015 op 1 januari 2015. De vraag is nu of dit regresrecht betrekking had op de voorzieningen die een gemeente vanaf die datum verstrekte, of moest de voorziening te herleiden zijn tot een ongeval vanaf 1 januari 2015? Met andere woorden: is de datum waarop de voorziening wordt verstrekt leidend of de ongevalsdatum?
Over het antwoord op deze vraag geven de wet en de parlementaire geschiedenis geen uitsluitsel. In de Memorie van Toelichting wordt wel aangegeven dat voor de redactie van de regresbepaling aansluiting is gezocht bij het regresrecht opgenomen in andere sociale verzekeringswetten. Denk bijvoorbeeld aan de WLZ en de WIA. Opvallend is dan wel dat in de WMO 2015 geen samenloopbepaling is opgenomen zoals wel in de WLZ en de WIA. De samenloopbepaling houdt in dat de civiele rechter bij begroting van de schade van het slachtoffer rekening houdt met de rechten die het slachtoffer kan ontlenen aan de WLZ en de WIA.
Terug naar de hiervoor opgeworpen vraag. Omdat er voor de invoering van het regresrecht aansluiting is gezocht bij andere sociale verzekeringswetten is het zinvol te kijken naar de invoering van het regresrecht op grond van de AWBZ (nu de WLZ). En voor de invoering van dat regresrecht werd een aparte wet in het leven geroepen: de wet invoering en versterking regresrecht in AWBZ en ZFW. Artikel IV van de wet luidt:
“Artikel 65b van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is uitsluitend van toepassing indien het feit dat aanleiding geeft tot het verlenen van zorg als bedoeld in artikel 6 van die wet, veroorzaakt is op of na de datum van de inwerkingtreding van deze wet.”
De schadedatum is dus leidend. Dat is ook wel logisch. Anders zouden aansprakelijkheidsverzekeraars geconfronteerd worden met een verhoging van de schadelast zonder in de gelegenheid te zijn geweest met deze ontwikkeling rekening te kunnen houden in de premieberekening.
De WMO 2015 voorziet in de mogelijkheid tot een collectieve afkoop van het regresrecht van de gemeentes. Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt in de periode 1 januari 2015 tot 1 januari 2019. Daarmee is het regresrecht van de deelnemende gemeentes voor ongevallen in die periode komen te vervallen. En dat geldt ook voor de voorzieningen die na beëindiging van de overeenkomst zijn of worden verstrekt. Bij vaststelling van de jaarlijkse afkoopsom is rekening gehouden met de uitloop.
Dit leidt tot de volgende conclusie. Voor voorzieningen die verstrekt zijn of worden naar aanleiding van een ongeval dat voor 1 januari 2015 heeft plaatsgevonden, hebben alle gemeentes geen regresrecht. En voor ongevallen tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2019 hebben de deelnemende gemeentes aan het afkoopconvenant geen regresrecht. Voor ongevallen vanaf 1 januari 2019 hebben alle gemeentes een regresrecht.