Actueel


“De werkwijze met één medisch adviseur staat of valt  met het vertrouwen van beide partijen” 

“Uiteindelijk concludeerde men gezamenlijk dat de werkwijze met één medisch adviseur staat of valt met het vertrouwen van beide partijen en hun belangenbehartigers in het proces.”


Rianka Rijnhout

“Het was voor de werkgroep niet zozeer de vraag of de aanbeveling er moest komen, maar wat de inhoud daarvan zou moeten zijn. (...) Gedurende het traject zijn vele discussies gevoerd. De werkgroep gaat niet over één nacht ijs en streeft naar unanimiteit.”


Rianka Rijnhout

“Wij vormen namelijk met elkaar een sector die van politiek en maatschappij een grote mate van zelfregulering heeft gekregen. Dit brengt een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee die ik altijd en overal wil uitspreken.” 


Remco Heeremans

Barbara van der Rest, woordvoerder bij het Verbond van Verzekeraars, trad tijdens het webinar als host en panelleider op. Zij gaf om te beginnen het woord aan prof. mr. dr. Rianka Rijnhout, hoogleraar Instituties, Conflictoplossing en Privaatrecht aan de Universiteit Utrecht. Rianka Rijnhout is tevens voorzitter van de werkgroep Normering van De Letselschade Raad. Deze werkgroep werd in het najaar van 2015 door het Platform van De Letselschade Raad verzocht een aanbeveling voor het werken met één medisch adviseur op te stellen. “Het Platform was na intensief overleg tot dit verzoek gekomen”, aldus Rianka Rijnhout. “Het was voor de werkgroep niet zozeer de vraag of de aanbeveling er moest komen, maar wat de inhoud daarvan zou moeten zijn.”


Subwerkgroep

Om aan de vraag van het Platform te voldoen, werd destijds een subwerkgroep met verschillende leden vanuit de werkgroep Normering opgericht. Annelies Wilken, nu rechter bij Rechtbank Midden-Nederland en destijds vanuit haar achtergrond op de VU specialist in het onderwerp, werd als neutrale voorzitter van deze subwerkgroep aangetrokken. Na consultatie van verschillende professionals op dit gebied kon de subwerkgroep in 2017 een concreet voorstel aan de werkgroep Normering voorleggen. Vervolgens kwam in de werkgroep Normering, langs de lijnen van de werkmethode van deze werkgroep, de aanbeveling tot stand. “Voor de zorgvuldigheid wil ik opmerken dat in de subwerkgroep noch in de werkgroep leden met stemrecht zaten die een commercieel belang hadden om de Aanbeveling 'Werken met één medisch adviseur' te laten slagen”, benadrukte Rianka Rijnhout tijdens het webinar.













Vele discussies

“Gedurende het traject zijn vele discussies gevoerd”, vervolgde Rijnhout. “De werkgroep gaat niet over één nacht ijs en streeft naar unanimiteit. Er is gesproken over wie medische informatie ontvangt, hoe de neutraliteit van het traject kan worden geborgd, hoe discussies over vraagstellingen zo goed als mogelijk kunnen worden voorkomen of opgevangen, of de medisch adviseur persoonlijk contact met de gedupeerde heeft of zou moeten hebben et cetera. Alle stappen, regels en woorden zijn op een weegschaal gelegd en bediscussieerd.”


Discussiepunten en aanpassingen

Om de deelnemers aan het webinar meer inzicht te geven, had Rianka Rijnhout de belangrijkste discussiepunten en aanpassingen van de aanbeveling na externe consultatie op een rij gezet. Besloten werd onder meer de tekst van de conceptaanbeveling in te korten en het proces efficiënter te maken. De stap van het delen van een conceptadvies werd bijvoorbeeld uit de omschrijving gehaald. Partijen ontvangen gewoon een medisch advies en niet eerst een concept. Ook de stap van een second opinion werd eruit gehaald. “Die mogelijkheid is er uiteraard nog steeds”, aldus Rianka Rijnhout, “en dient ook geborgd te zijn, maar uit het oogpunt van de vertrouwensbasis en efficiency hoefde het niet als een stap in de aanbeveling te staan.”












Vertrouwen

Een eerste uitgebreide discussie naar aanleiding van de externe, openbare consultatie was of de medische informatie die de medisch adviseur ontvangt, na de afgifte van een gerichte medische machtiging of medische volmacht, alleen naar de gedupeerde zou moeten worden gestuurd of ook naar zijn of haar belangenbehartiger. “Uiteindelijk is besloten om de stukken enkel naar de gedupeerde te laten versturen, zodat hij of zij kan beslissen of die informatie met de eigen belangenbehartiger mag worden gedeeld”, aldus Rijnhout. Een tweede belangrijke discussie na externe, openbare consultatie was of een specifieke bepaling die oorspronkelijk in het concept was opgenomen, moest worden verwijderd. Het ging hierbij om de bepaling dat de medisch adviseur het aan beide partijen moet melden als naar aanleiding van een discussie met de gedupeerde over het advies een wijziging was doorgevoerd. “Het idee van transparantie lag daaraan ten grondslag”, lichtte Rijnhout toe. “De werkgroep heeft deze zin uit de definitieve versie verwijderd. Uiteindelijk concludeerde men gezamenlijk dat de werkwijze met één medisch adviseur staat of valt met het vertrouwen van beide partijen en hun belangenbehartigers in het proces. Als de gedupeerde het met het advies niet eens is, kan dat advies door de gedupeerde worden geblokkeerd. Gebeurt dat niet, dan moeten beide partijen het met het advies doen.”


“Het woord vertrouwen is in dit ontwikkelingstraject vaker genoemd”, aldus Rianka Rijnhout tot slot. “Tijdens consultaties, gesprekken en discussies. Misschien is dat een mooie brug terug naar de discussie die wij vandaag willen voeren.”


Zelfregulering

Het woord was vervolgens aan mr. drs. Remco Heeremans, directeur van De Letselschade Raad. “Vanuit mijn rol wil ik graag een bredere achtergrond schetsen waarbinnen wij allemaal met elkaar moeten samenwerken”, zei hij bij wijze van inleiding. “Wij vormen namelijk met elkaar een sector die van politiek en maatschappij een grote mate van zelfregulering heeft gekregen. Dit brengt een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee die ik altijd en overal wil uitspreken. Ook hier. Binnen De Letselschade Raad is de werkwijze met één medisch adviseur al langere tijd een onderwerp van gesprek en van overleg. De druk werd echter groter nadat maatschappelijke onrust was ontstaan en in het verlengde daarvan Kamervragen werden gesteld die de directe aanleiding vormden voor het onderzoek naar langlopende letselschadezaken. Dit onderzoek werd in opdracht van De Letselschade Raad door de Universiteit Utrecht uitgevoerd - u kent allen het rapport. Bij de overhandiging van het rapport aan de minister heeft De Letselschade Raad aangegeven het aantal langlopende letselschadezaken in de toekomst verder te willen beperken.”














Oplossingen langs drie lijnen

Heeremans legde uit dat met het oog op die doelstelling - verdere beperking van het aantal langlopende letselschadezaken - oplossingen langs drie lijnen zijn uitgewerkt. Ten eerste werd bij De Letselschade Raad een Kamer Langlopende Letselschadezaken ingesteld om langlopende zaken versneld tot een oplossing te brengen. Ten tweede moeten systeemoplossingen de aanpak in nieuwe zaken verbeteren. En ten derde moet het verbeterde proces door middel van klanttevredenheidsonderzoeken onder slachtoffers blijvend worden gemonitord. “Binnen de tweede pijler is de werkwijze met één medisch adviseur een belangrijke systeemverbetering”, aldus Remco Heeremans. “Deze is door De Letselschade Raad opnieuw op de agenda gezet. Al ruim drie jaar kan de Aanbeveling 'Werken met één medisch adviseur' worden nagevolgd. In de praktijk echter lijkt deze werkwijze niet volledig te worden omarmd, terwijl het in theorie een zeer logische oplossing lijkt.”


Branchepolitieke redenen

“Toen wij voor dit webinar mensen benaderden met de vraag of zij een rol in deze discussie wilden spelen, hoorden we vanuit diverse zijden dat zij hier om branchepolitieke redenen hun handen liever niet aan wilden branden”, vervolgde Heeremans. “Voor mij was dit precies de reden om met elkaar belangrijke stappen te zetten. Voor dit webinar willen wij vanuit onze positie geen drammerige insteek kiezen, maar we willen begrijpen hoe we blijvend oplossingen kunnen creëren om letselschadezaken verantwoord af te wikkelen. Het onderzoek van de Universiteit Utrecht wees aan dat langlopende letselschadezaken veelal openstaan vanwege onvermijdelijke en niemand na te dragen redenen. De maatschappij heeft daar evenwel niet altijd een boodschap aan. De langlopende letselschadezaken leiden met name bij slachtoffers tot nogal wat ergernissen en vanuit de politiek en de maatschappij wordt van ons verwacht dat wij met elkaar met oplossingen komen.”


“Daarom wil ik vandaag ook naar jullie allemaal goed luisteren”, aldus Remco Heeremans tot slot. “Niet om te horen wie voor of tegen de aanbeveling is, want dat is voor het vinden van oplossingen niet relevant. Wel wil ik horen hoe de achterliggende gedachte bij de werkwijze met één medisch adviseur tot oplossingen kan leiden.” Waarna het panel onder leiding van Barbara van der Rest de discussie aanging.


Om een impuls te geven aan de werkwijze met één medisch adviseur presenteerden De Letselschade Raad en het Platform Personenschade van het Verbond van Verzekeraars op donderdag 6 oktober 2022 een webinar over dit onderwerp. Rianka Rijnhout en Remco Heeremans hielden een presentatie, waarna Annemiek van Reenen-ten Kate, Stan Teuben en Laurens Buisman met elkaar in discussie gingen. Hieronder zijn de presentaties van Rijnhout en Heeremans samengevat. Een tweede artikel in dit nummer van het PPS-Bulletin gaat op de discussie in.

Actueel



“De werkwijze 
met één medisch adviseur staat
of valt  met het vertrouwen van
beide partijen” 

Actueel

“Het was voor de werkgroep niet zozeer de vraag of de aanbeveling er moest komen, maar wat de inhoud daarvan zou moeten zijn. (...) Gedurende het traject zijn vele discussies gevoerd. De werkgroep gaat niet over één nacht ijs en streeft naar unanimiteit.”


Rianka Rijnhout

“Uiteindelijk concludeerde men gezamenlijk dat de werkwijze met één medisch adviseur staat of valt met het vertrouwen van beide partijen en hun belangenbehartigers in het proces.”


Rianka Rijnhout

“Wij vormen namelijk met elkaar een sector die van politiek en maatschappij een grote mate van zelfregulering heeft gekregen. Dit brengt een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee die ik altijd en overal wil uitspreken.” 


Remco Heeremans

Barbara van der Rest, woordvoerder bij het Verbond van Verzekeraars, trad tijdens het webinar als host en panelleider op. Zij gaf om te beginnen het woord aan prof. mr. dr. Rianka Rijnhout, hoogleraar Instituties, Conflictoplossing en Privaatrecht aan de Universiteit Utrecht. Rianka Rijnhout is tevens voorzitter van de werkgroep Normering van De Letselschade Raad. Deze werkgroep werd in het najaar van 2015 door het Platform van De Letselschade Raad verzocht een aanbeveling voor het werken met één medisch adviseur op te stellen. “Het Platform was na intensief overleg tot dit verzoek gekomen”, aldus Rianka Rijnhout. “Het was voor de werkgroep niet zozeer de vraag of de aanbeveling er moest komen, maar wat de inhoud daarvan zou moeten zijn.”


Subwerkgroep

Om aan de vraag van het Platform te voldoen, werd destijds een subwerkgroep met verschillende leden vanuit de werkgroep Normering opgericht. Annelies Wilken, nu rechter bij Rechtbank Midden-Nederland en destijds vanuit haar achtergrond op de VU specialist in het onderwerp, werd als neutrale voorzitter van deze subwerkgroep aangetrokken. Na consultatie van verschillende professionals op dit gebied kon de subwerkgroep in 2017 een concreet voorstel aan de werkgroep Normering voorleggen. Vervolgens kwam in de werkgroep Normering, langs de lijnen van de werkmethode van deze werkgroep, de aanbeveling tot stand. “Voor de zorgvuldigheid wil ik opmerken dat in de subwerkgroep noch in de werkgroep leden met stemrecht zaten die een commercieel belang hadden om de Aanbeveling 'Werken met één medisch adviseur' te laten slagen”, benadrukte Rianka Rijnhout tijdens het webinar.
















Vele discussies

“Gedurende het traject zijn vele discussies gevoerd”, vervolgde Rijnhout. “De werkgroep gaat niet over één nacht ijs en streeft naar unanimiteit. Er is gesproken over wie medische informatie ontvangt, hoe de neutraliteit van het traject kan worden geborgd, hoe discussies over vraagstellingen zo goed als mogelijk kunnen worden voorkomen of opgevangen, of de medisch adviseur persoonlijk contact met de gedupeerde heeft of zou moeten hebben et cetera. Alle stappen, regels en woorden zijn op een weegschaal gelegd en bediscussieerd.”


Discussiepunten en aanpassingen

Om de deelnemers aan het webinar meer inzicht te geven, had Rianka Rijnhout de belangrijkste discussiepunten en aanpassingen van de aanbeveling na externe consultatie op een rij gezet. Besloten werd onder meer de tekst van de conceptaanbeveling in te korten en het proces efficiënter te maken. De stap van het delen van een conceptadvies werd bijvoorbeeld uit de omschrijving gehaald. Partijen ontvangen gewoon een medisch advies en niet eerst een concept. Ook de stap van een second opinion werd eruit gehaald. “Die mogelijkheid is er uiteraard nog steeds”, aldus Rianka Rijnhout, “en dient ook geborgd te zijn, maar uit het oogpunt van de vertrouwensbasis en efficiency hoefde het niet als een stap in de aanbeveling te staan.”
















Vertrouwen

Een eerste uitgebreide discussie naar aanleiding van de externe, openbare consultatie was of de medische informatie die de medisch adviseur ontvangt, na de afgifte van een gerichte medische machtiging of medische volmacht, alleen naar de gedupeerde zou moeten worden gestuurd of ook naar zijn of haar belangenbehartiger. “Uiteindelijk is besloten om de stukken enkel naar de gedupeerde te laten versturen, zodat hij of zij kan beslissen of die informatie met de eigen belangenbehartiger mag worden gedeeld”, aldus Rijnhout. Een tweede belangrijke discussie na externe, openbare consultatie was of een specifieke bepaling die oorspronkelijk in het concept was opgenomen, moest worden verwijderd. Het ging hierbij om de bepaling dat de medisch adviseur het aan beide partijen moet melden als naar aanleiding van een discussie met de gedupeerde over het advies een wijziging was doorgevoerd. “Het idee van transparantie lag daaraan ten grondslag”, lichtte Rijnhout toe. “De werkgroep heeft deze zin uit de definitieve versie verwijderd. Uiteindelijk concludeerde men gezamenlijk dat de werkwijze met één medisch adviseur staat of valt met het vertrouwen van beide partijen en hun belangenbehartigers in het proces. Als de gedupeerde het met het advies niet eens is, kan dat advies door de gedupeerde worden geblokkeerd. Gebeurt dat niet, dan moeten beide partijen het met het advies doen.”


“Het woord vertrouwen is in dit ontwikkelingstraject vaker genoemd”, aldus Rianka Rijnhout tot slot. “Tijdens consultaties, gesprekken en discussies. Misschien is dat een mooie brug terug naar de discussie die wij vandaag willen voeren.”


Zelfregulering

Het woord was vervolgens aan mr. drs. Remco Heeremans, directeur van De Letselschade Raad. “Vanuit mijn rol wil ik graag een bredere achtergrond schetsen waarbinnen wij allemaal met elkaar moeten samenwerken”, zei hij bij wijze van inleiding. “Wij vormen namelijk met elkaar een sector die van politiek en maatschappij een grote mate van zelfregulering heeft gekregen. Dit brengt een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee die ik altijd en overal wil uitspreken. Ook hier. Binnen De Letselschade Raad is de werkwijze met één medisch adviseur al langere tijd een onderwerp van gesprek en van overleg. De druk werd echter groter nadat maatschappelijke onrust was ontstaan en in het verlengde daarvan Kamervragen werden gesteld die de directe aanleiding vormden voor het onderzoek naar langlopende letselschadezaken. Dit onderzoek werd in opdracht van De Letselschade Raad door de Universiteit Utrecht uitgevoerd - u kent allen het rapport. Bij de overhandiging van het rapport aan de minister heeft De Letselschade Raad aangegeven het aantal langlopende letselschadezaken in de toekomst verder te willen beperken.”















Oplossingen langs drie lijnen

Heeremans legde uit dat met het oog op die doelstelling - verdere beperking van het aantal langlopende letselschadezaken - oplossingen langs drie lijnen zijn uitgewerkt. Ten eerste werd bij De Letselschade Raad een Kamer Langlopende Letselschadezaken ingesteld om langlopende zaken versneld tot een oplossing te brengen. Ten tweede moeten systeemoplossingen de aanpak in nieuwe zaken verbeteren. En ten derde moet het verbeterde proces door middel van klanttevredenheidsonderzoeken onder slachtoffers blijvend worden gemonitord. “Binnen de tweede pijler is de werkwijze met één medisch adviseur een belangrijke systeemverbetering”, aldus Remco Heeremans. “Deze is door De Letselschade Raad opnieuw op de agenda gezet. Al ruim drie jaar kan de Aanbeveling 'Werken met één medisch adviseur' worden nagevolgd. In de praktijk echter lijkt deze werkwijze niet volledig te worden omarmd, terwijl het in theorie een zeer logische oplossing lijkt.”


Branchepolitieke redenen

“Toen wij voor dit webinar mensen benaderden met de vraag of zij een rol in deze discussie wilden spelen, hoorden we vanuit diverse zijden dat zij hier om branchepolitieke redenen hun handen liever niet aan wilden branden”, vervolgde Heeremans. “Voor mij was dit precies de reden om met elkaar belangrijke stappen te zetten. Voor dit webinar willen wij vanuit onze positie geen drammerige insteek kiezen, maar we willen begrijpen hoe we blijvend oplossingen kunnen creëren om letselschadezaken verantwoord af te wikkelen. Het onderzoek van de Universiteit Utrecht wees aan dat langlopende letselschadezaken veelal openstaan vanwege onvermijdelijke en niemand na te dragen redenen. De maatschappij heeft daar evenwel niet altijd een boodschap aan. De langlopende letselschadezaken leiden met name bij slachtoffers tot nogal wat ergernissen en vanuit de politiek en de maatschappij wordt van ons verwacht dat wij met elkaar met oplossingen komen.”


“Daarom wil ik vandaag ook naar jullie allemaal goed luisteren”, aldus Remco Heeremans tot slot. “Niet om te horen wie voor of tegen de aanbeveling is, want dat is voor het vinden van oplossingen niet relevant. Wel wil ik horen hoe de achterliggende gedachte bij de werkwijze met één medisch adviseur tot oplossingen kan leiden.” Waarna het panel onder leiding van Barbara van der Rest de discussie aanging.


Om een impuls te geven aan de werkwijze met één medisch adviseur presenteerden De Letselschade Raad en het Platform Personenschade van het Verbond van Verzekeraars op donderdag 6 oktober 2022 een webinar over dit onderwerp. Rianka Rijnhout en Remco Heeremans hielden een presentatie, waarna Annemiek van Reenen-ten Kate, Stan Teuben en Laurens Buisman met elkaar in discussie gingen. Hieronder zijn de presentaties van Rijnhout en Heeremans samengevat. Een tweede artikel in dit nummer van het PPS-Bulletin gaat op de discussie in.

Actueel