door drs. J.J.H. van Rossum FFP
| senior rekenkundig expert bij Sedgwick
Op de markt is uw gulden een daalder waard. De lezers die het guldentijdperk nog hebben meegemaakt, herkennen deze uitspraak waarschijnlijk nog wel. Rekenkundig vertaald betekent het dat uw geld op de markt anderhalf keer zo veel waard is. In de verzekeringswereld werkt dit dikwijls net even wat anders.
en de markt
Column
Het zou mooi zijn als de discussie rondom de rekenrente ook beslecht zou kunnen worden met wettelijke uitgangspunten die geaccepteerd worden door alle partijen. Dit zou veel rust brengen in menig letselschadedossier.
terug
Column
Ik moest hieraan denken toen ik een uitgebreide berekening van de wettelijke rente moest maken. Zoals de naam al aangeeft wordt deze rente bepaald door de wet. Dit in tegenstelling tot de marktrente. Laatstgenoemde rente is in de discussie rondom de rekenrente veelvuldig aan bod gekomen. Gesteld werd dat dat de rekenrente onvoldoende aansloot bij de daadwerkelijke marktrente. Het is duidelijk dat deze rente (nog steeds) bijzonder laag is, ofschoon deze op dit moment wel sterk stijgt. Voor de wettelijke rente geldt deze aansluiting bij de markt in mindere mate. Dit blijkt ook wel uit het gegeven dat de hoogte van deze wettelijke rente al sinds 1 januari 2015 ongewijzigd is. Vanaf dat moment bedraagt de wettelijke rente 2%. Daarmee ligt deze rente dus beduidend hoger dan de huidige spaarrente.
In essentie ziet de wettelijke rente op de vergoeding voor het feit dat een schuldenaar te laat betaalt. Vertaald naar een letselschade betekent dit dat de aansprakelijke partij wettelijke rente verschuldigd is vanaf het moment dat deze te laat betaalt. Ofwel, vanaf het moment dat deze in verzuim is.
Ging het in de rekenrente-discussie vooral om de vraag of het letselschadeslachtoffer daadwerkelijk de veronderstelde rente kan realiseren, bij de wettelijke rente speelt deze discussie niet. In plaats van dat er gekeken wordt naar de rente die het letselschadeslachtoffer zou hebben kunnen ontvangen wanneer hij zijn schade eerder uitgekeerd had gekregen, spelen hier alleen wettelijke bepalingen een rol van betekenis. De wettelijke rente komt namelijk voort uit een Koninklijk Besluit. Zo bepaalde de toenmalige minister van Veiligheid en Justitie in het Staatsblad 2014 (491) destijds dat de wettelijke rente verlaagd zou worden van 3% naar 2%. Deze nieuwe rente ontstond door bij de basisherfinancieringsrente (ad 0,05%) met als peildatum ultimo oktober (2014) 2,25 procentpunt op te tellen. Hierbij hanteert men een afronding naar hele percentages, zodat hieruit een wettelijke rente van 2% voortkwam.
De wet bepaalt aldus een hogere rente dan op basis van de markt tot stand zou zijn gekomen. En wetten dienen nou eenmaal nageleefd te worden. Het is bijzonder dat binnen de letselschade deze twee soorten rentes naast elkaar gebruikt worden. Vanuit de aansprakelijke partij geredeneerd, gaat het dus kennelijk niet zozeer om de vraag welke schade belanghebbende feitelijk lijdt op het moment dat deze zijn schade pas later vergoed krijgt. Voor het contant maken van de schade is dat wel het geval. Hierbij spelen, zoals gezegd, overwegingen een rol of de veronderstelde rente ook daadwerkelijke gerealiseerd kan worden.
In deze column wil ik overigens geenszins een lans breken om de wettelijke rente meer te laten aansluiten bij de markt. Integendeel. In feite sluit deze overigens wel degelijk aan bij de markt doordat bij wet vastgesteld is dat er een vaste opslag gehanteerd wordt boven op de basisherfinancieringsrente. Dit levert kennelijk een rente op die voor niemand ter discussie staat, en die stilzwijgend door iedereen wordt overgenomen. Het is nou eenmaal een rente die bij wet is vastgesteld en waarbij voor iedereen inzichtelijk is wat de uitgangspunten zijn op het moment dat deze rente herzien wordt door de minister. Het zou mooi zijn als de discussie rondom de rekenrente ook beslecht zou kunnen worden met wettelijke uitgangspunten die geaccepteerd worden door alle partijen. Indien deze rekenrente op dezelfde manier geaccepteerd zou worden als de wettelijke rente, zou dit veel rust brengen in menig letselschadedossier. Op naar een wettelijke rekenrente.
door drs. J.J.H. van Rossum FFP
| senior rekenkundig expert bij Sedgwick
Op de markt is uw gulden een daalder waard. De lezers die het guldentijdperk nog hebben meegemaakt, herkennen deze uitspraak waarschijnlijk nog wel. Rekenkundig vertaald betekent het dat uw geld op de markt anderhalf keer zo veel waard is. In de verzekeringswereld werkt dit dikwijls net even wat anders.
en de markt
Column
terug
Het zou mooi zijn als de discussie rondom de rekenrente ook beslecht zou kunnen worden met wettelijke uitgangspunten die geaccepteerd worden door alle partijen. Dit zou veel rust brengen in menig letselschadedossier.
Ik moest hieraan denken toen ik een uitgebreide berekening van de wettelijke rente moest maken. Zoals de naam al aangeeft wordt deze rente bepaald door de wet. Dit in tegenstelling tot de marktrente. Laatstgenoemde rente is in de discussie rondom de rekenrente veelvuldig aan bod gekomen. Gesteld werd dat dat de rekenrente onvoldoende aansloot bij de daadwerkelijke marktrente. Het is duidelijk dat deze rente (nog steeds) bijzonder laag is, ofschoon deze op dit moment wel sterk stijgt. Voor de wettelijke rente geldt deze aansluiting bij de markt in mindere mate. Dit blijkt ook wel uit het gegeven dat de hoogte van deze wettelijke rente al sinds 1 januari 2015 ongewijzigd is. Vanaf dat moment bedraagt de wettelijke rente 2%. Daarmee ligt deze rente dus beduidend hoger dan de huidige spaarrente.
In essentie ziet de wettelijke rente op de vergoeding voor het feit dat een schuldenaar te laat betaalt. Vertaald naar een letselschade betekent dit dat de aansprakelijke partij wettelijke rente verschuldigd is vanaf het moment dat deze te laat betaalt. Ofwel, vanaf het moment dat deze in verzuim is.
Ging het in de rekenrente-discussie vooral om de vraag of het letselschadeslachtoffer daadwerkelijk de veronderstelde rente kan realiseren, bij de wettelijke rente speelt deze discussie niet. In plaats van dat er gekeken wordt naar de rente die het letselschadeslachtoffer zou hebben kunnen ontvangen wanneer hij zijn schade eerder uitgekeerd had gekregen, spelen hier alleen wettelijke bepalingen een rol van betekenis. De wettelijke rente komt namelijk voort uit een Koninklijk Besluit. Zo bepaalde de toenmalige minister van Veiligheid en Justitie in het Staatsblad 2014 (491) destijds dat de wettelijke rente verlaagd zou worden van 3% naar 2%. Deze nieuwe rente ontstond door bij de basisherfinancieringsrente (ad 0,05%) met als peildatum ultimo oktober (2014) 2,25 procentpunt op te tellen. Hierbij hanteert men een afronding naar hele percentages, zodat hieruit een wettelijke rente van 2% voortkwam.
De wet bepaalt aldus een hogere rente dan op basis van de markt tot stand zou zijn gekomen. En wetten dienen nou eenmaal nageleefd te worden. Het is bijzonder dat binnen de letselschade deze twee soorten rentes naast elkaar gebruikt worden. Vanuit de aansprakelijke partij geredeneerd, gaat het dus kennelijk niet zozeer om de vraag welke schade belanghebbende feitelijk lijdt op het moment dat deze zijn schade pas later vergoed krijgt. Voor het contant maken van de schade is dat wel het geval. Hierbij spelen, zoals gezegd, overwegingen een rol of de veronderstelde rente ook daadwerkelijke gerealiseerd kan worden.
In deze column wil ik overigens geenszins een lans breken om de wettelijke rente meer te laten aansluiten bij de markt. Integendeel. In feite sluit deze overigens wel degelijk aan bij de markt doordat bij wet vastgesteld is dat er een vaste opslag gehanteerd wordt boven op de basisherfinancieringsrente. Dit levert kennelijk een rente op die voor niemand ter discussie staat, en die stilzwijgend door iedereen wordt overgenomen. Het is nou eenmaal een rente die bij wet is vastgesteld en waarbij voor iedereen inzichtelijk is wat de uitgangspunten zijn op het moment dat deze rente herzien wordt door de minister. Het zou mooi zijn als de discussie rondom de rekenrente ook beslecht zou kunnen worden met wettelijke uitgangspunten die geaccepteerd worden door alle partijen. Indien deze rekenrente op dezelfde manier geaccepteerd zou worden als de wettelijke rente, zou dit veel rust brengen in menig letselschadedossier. Op naar een wettelijke rekenrente.