door Nicolien Verhoeks | advocaat 

Aansprakelijkheid & Verzekeringen bij Schade Advocatuur


De SVI en 
buitengerechtelijke 
kosten: altijd recht op 
een vergoeding van buitengerechtelijke kosten? 

Jurisprudentie

Jurisprudentie

“Artikel 5 – Schadevaststelling/ Beperking van de uitkeringen
1. De hoogte van de schadevergoeding waarop de verzekerde uit hoofde van deze verzekering aanspraak kan maken, wordt vastgesteld overeenkomstig de daartoe strekkende bepalingen in afdeling 6.1.10 van het Burgerlijk Wetboek. (…)
3. Als de verzekerde geheel of gedeeltelijk recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering of op uitkeringen of verstrekkingen uit anderen hoofde, kan voor dat deel geen beroep worden gedaan op deze verzekering. (…)” 

Artikel 7:963 BW
6. Van artikel 959 lid 1 kan niet ten nadele van de verzekeringnemer of de verzekerde worden afgeweken voor zover de in dit lid bedoelde kosten niet het bedrag overschrijden dat gelijk is aan de verzekerde som en de verzekeringnemer een natuurlijk persoon is die de verzekering anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft gesloten.”

“Artikel 7:959 BW
1. De in artikel 957 bedoelde vergoeding en de redelijke kosten tot het vaststellen van de schade gemaakt, komen ten laste van de verzekeraar, ook al zou daardoor, tezamen met de vergoeding van de schade, de verzekerde som worden overschreden.”

Voetnoten

  1. De SVI is een zogenoemde no fault (first party) verzekering.
  2. Hiervoor wordt verwezen naar de Parlementaire geschiedenis (vgl. O.M. TM, PG BW Boek 7 titel 17, p. 190).
  3. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.4; ECLI:NL:PHR:2022:42. Omwille van de leesbaarheid in dit artikel hou ik in dit artikel een andere volgorde aan.
  4. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.4; ECLI:NL:PHR:2022:42
  5. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.9, 4.10 en 4.11; ECLI:NL:PHR:2022:42.
  6. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.14; ECLI:NL:PHR:2022:42.
  7. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.17, ECLI:NL:PHR:2022:42.
  8. Het geding wordt naar Gerechtshof Den Haag verwezen ter verdere behandeling en beslissing.

door Nicolien Verhoeks | advocaat 

Aansprakelijkheid & Verzekeringen 

bij Schade Advocatuur


De SVI en 
buitengerechtelijke 
kosten: altijd recht op 
een vergoeding van buitengerechtelijke kosten? 

Jurisprudentie

Artikel 7:963 BW
6. Van artikel 959 lid 1 kan niet ten nadele van de verzekeringnemer of de verzekerde worden afgeweken voor zover de in dit lid bedoelde kosten niet het bedrag overschrijden dat gelijk is aan de verzekerde som en de verzekeringnemer een natuurlijk persoon is die de verzekering anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft gesloten.”

“Artikel 7:959 BW
1. De in artikel 957 bedoelde vergoeding en de redelijke kosten tot het vaststellen van de schade gemaakt, komen ten laste van de verzekeraar, ook al zou daardoor, tezamen met de vergoeding van de schade, de verzekerde som worden overschreden.”

“Artikel 5 – Schadevaststelling/ Beperking van de uitkeringen
1. De hoogte van de schadevergoeding waarop de verzekerde uit hoofde van deze verzekering aanspraak kan maken, wordt vastgesteld overeenkomstig de daartoe strekkende bepalingen in afdeling 6.1.10 van het Burgerlijk Wetboek. (…)
3. Als de verzekerde geheel of gedeeltelijk recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering of op uitkeringen of verstrekkingen uit anderen hoofde, kan voor dat deel geen beroep worden gedaan op deze verzekering. (…)” 

Voetnoten

  1. De SVI is een zogenoemde no fault (first party) verzekering.
  2. Hiervoor wordt verwezen naar de Parlementaire geschiedenis (vgl. O.M. TM, PG BW Boek 7 titel 17, p. 190).
  3. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.4; ECLI:NL:PHR:2022:42. Omwille van de leesbaarheid in dit artikel hou ik in dit artikel een andere volgorde aan.
  4. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.4; ECLI:NL:PHR:2022:42
  5. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.9, 4.10 en 4.11; ECLI:NL:PHR:2022:42.
  6. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.14; ECLI:NL:PHR:2022:42.
  7. Advocaat-generaal Lindenbergh onder punt 4.17, ECLI:NL:PHR:2022:42.
  8. Het geding wordt naar Gerechtshof Den Haag verwezen ter verdere behandeling en beslissing.