2022

PPS
Congres

De spiegel van de rechter: kijken naar
de procespraktijk

mr. Diederik Wachter 
| senior-rechter bij Rechtbank
Midden-Nederland en oud-voorzitter
van de Commissie Register Letselschade

“Als u een bepaald geschil van mijlenver ziet aankomen en u weet ook dat het niet wordt opgelost, waarom zou je dan wachten totdat zo’n procedure altijd weer aan de kant van de benadeelde moet worden aangezwengeld. Doe het dan zelf. Stel het liefst gezamenlijk op, leg samen uit waar het geschil uit bestaat en leg het voor. Ik denk dat dit goed is voor het beeld van een actief optredende verzekeraar die de zaak wil afronden.” 


Diederik Wachter

naam 
| functie

“Ik zie wel degelijk veranderingen en verbeteringen”, aldus Diederik Wachter in zijn inleiding. “Het gaat beter dan dertig jaar geleden. Er zijn op dit moment minder bodemzaken bij de rechter, het aantal deelgeschillen lijkt stabiel te zijn, u doet met z’n allen meer aan mediation en u hebt bij De Letselschade Raad een kamer voor langlopende letselschadezaken. Ik ga even terug naar dertig jaar geleden, want velen van u zullen niet weten hoe het er toen aan toe ging. Ik was destijds nog geen rechter, maar advocaat. De tegenpartij had in een processtuk vermeld: ‘Verzekeraars zijn net als vrouwen, ze ontvangen in graagte en baren in nood’. Ik heb geprobeerd me voor te stellen hoe ik daar nu als rechter op zou reageren. Het zou mij enige moeite kosten om de weerstand die het citaat oproept, niet in de weg te laten staan van een zakelijke beoordeling van wat voorligt. Ik zou die advocaat zeggen dat hij zoiets beter niet kon opschrijven, omdat het niet in het voordeel van zijn cliënt gaat werken.”


Uitgekristalliseerde standpunten

In zijn praktijk als rechter heeft Diederik Wachter met een grote diversiteit aan zaken te maken. Bij echtscheidingen, arbeidsconflicten, onderbewindstellingen, erfrechtzaken et cetera zijn er andere belangen en andere emoties dan bij letselschadezaken. Specifieke kenmerken van letselschadezaken zijn de uitgekristalliseerde standpunten, die soms haaks op elkaar staan, en de onderhandelingsmoeheid. “Soms treft u een rechter van wie u niet weet welke ervaring hij met letselschadezaken heeft”, vervolgde Wachter. “U moet dan niet processtukken vol afkortingen als VAV, GBL, SI, OVI en NAH indienen, want dat is voor u gesneden koek, maar niet voor iedereen. Daar komt bij dat het niet de leukste zaken zijn. De zaken bij de rechtbank zijn als je geluk hebt, vier jaar oud en als je pech hebt, twintig jaar oud. Vanuit mijn perspectief als rechter valt dan in de verhoudingen tussen partijen weinig vreugde te brengen. Ik zie natuurlijk vaak dat partijen vastzitten. Ze krijgen een beslissing, er komt een oplossing, maar het zijn taaie zaken.”














Niet verstandig

Wat partijen in zijn ogen zeker niet moeten doen, is de man of de vrouw in plaats van de bal spelen. “Ik heb nog een citaat”, zei hij. “Namelijk: ‘het is wel duidelijk dat de medisch adviseur van het slachtoffer niet adviseert vanuit zijn professie als arts maar vanuit de behoefte het slachtoffer een – betaalde – dienst te bewijzen’. Ik denk dat het niet helpt als je zoiets opschrijft. Je trekt de integriteit van een medisch adviseur in twijfel. Dat is niet verstandig. Het gaat om de toonzetting, om de manier waarop je met elkaar omgaat. In ieder geval is dat de verkeerde toon.” Nog meer pijnpunten zijn, volgens Diederik Wachter, de te lange processtukken, de zettenherhaling en de stellingen die bij voorbaat niet haalbaar zijn. “Wat u wel kunt doen”, zo zei hij, “is procesregels naleven, stukken tijdig indienen, beleefd en respectvol optreden en rekenschap geven van uw bewijspositie.”


Deelgeschillen

Diederik Wachter had tot slot nog een punt. “Tijdens het PIV-congres in 2013, toen de deelgeschilprocedure een paar jaar onderweg was, heb ik aangegeven dat er zo weinig deelgeschilprocedures op gezamenlijk verzoek van partijen of op initiatief van de verzekeraar worden ingesteld. U hebt niet naar mij geluisterd, want dat komt nog steeds niet of nauwelijks voor. Dat is, denk ik, niet goed voor de beeldvorming over verzekeraars. Als u een bepaald geschil van mijlenver ziet aankomen en u weet ook dat het niet wordt opgelost, waarom zou je dan wachten totdat zo’n procedure altijd weer aan de kant van de benadeelde moet worden aangezwengeld. Doe het dan zelf. Stel het liefst gezamenlijk op, leg samen uit waar het geschil uit bestaat en leg het voor. Ik denk dat dit goed is voor het beeld van een actief optredende verzekeraar die de zaak wil afronden.”

Mr. Diederik Wachter, senior-rechter bij Rechtbank Midden-Nederland en oud-voorzitter van de Commissie Register Letselschade, keek op het PPS-Congres in de spiegel van de rechter naar de procespraktijk.

Actueel

De spiegel 
van de rechter: 
kijken naar de procespraktijk
2022

PPS
Congres

mr. Diederik Wachter 
| senior-rechter bij Rechtbank
Midden-Nederland en oud-voorzitter
van de Commissie Register Letselschade

“Bij alle technocratie en ingewikkeldheid die we om ons heen weten te creëren,
is het belangrijk oog te hebben voor het feit dat het werk
door mensen wordt gedaan.”


Marcel Levi

“Ik ben ervan onder de indruk hoe goed mensen in staat bleken zich flexibel op te stellen.
We bleken in staat om zelfs grote organisaties heel
snel en effectief te veranderen zonder businesscases of organisatieadviseurs.”


Marcel Levi

naam 
| functie

“Als u een bepaald geschil van mijlenver ziet aankomen en u weet ook dat het niet wordt opgelost, waarom zou je dan wachten totdat zo’n procedure altijd weer aan de kant van de benadeelde moet worden aangezwengeld. Doe het dan zelf. Stel het liefst gezamenlijk op, leg samen uit waar het geschil uit bestaat en leg het voor. Ik denk dat dit goed is voor het beeld van een actief optredende verzekeraar die de zaak wil afronden.” 


Diederik Wachter

“Ik zie wel degelijk veranderingen en verbeteringen”, aldus Diederik Wachter in zijn inleiding. “Het gaat beter dan dertig jaar geleden. Er zijn op dit moment minder bodemzaken bij de rechter, het aantal deelgeschillen lijkt stabiel te zijn, u doet met z’n allen meer aan mediation en u hebt bij De Letselschade Raad een kamer voor langlopende letselschadezaken. Ik ga even terug naar dertig jaar geleden, want velen van u zullen niet weten hoe het er toen aan toe ging. Ik was destijds nog geen rechter, maar advocaat. De tegenpartij had in een processtuk vermeld: ‘Verzekeraars zijn net als vrouwen, ze ontvangen in graagte en baren in nood’. Ik heb geprobeerd me voor te stellen hoe ik daar nu als rechter op zou reageren. Het zou mij enige moeite kosten om de weerstand die het citaat oproept, niet in de weg te laten staan van een zakelijke beoordeling van wat voorligt. Ik zou die advocaat zeggen dat hij zoiets beter niet kon opschrijven, omdat het niet in het voordeel van zijn cliënt gaat werken.”


Uitgekristalliseerde standpunten

In zijn praktijk als rechter heeft Diederik Wachter met een grote diversiteit aan zaken te maken. Bij echtscheidingen, arbeidsconflicten, onderbewindstellingen, erfrechtzaken et cetera zijn er andere belangen en andere emoties dan bij letselschadezaken. Specifieke kenmerken van letselschadezaken zijn de uitgekristalliseerde standpunten, die soms haaks op elkaar staan, en de onderhandelingsmoeheid. “Soms treft u een rechter van wie u niet weet welke ervaring hij met letselschadezaken heeft”, vervolgde Wachter. “U moet dan niet processtukken vol afkortingen als VAV, GBL, SI, OVI en NAH indienen, want dat is voor u gesneden koek, maar niet voor iedereen. Daar komt bij dat het niet de leukste zaken zijn. De zaken bij de rechtbank zijn als je geluk hebt, vier jaar oud en als je pech hebt, twintig jaar oud. Vanuit mijn perspectief als rechter valt dan in de verhoudingen tussen partijen weinig vreugde te brengen. Ik zie natuurlijk vaak dat partijen vastzitten. Ze krijgen een beslissing, er komt een oplossing, maar het zijn taaie zaken.”























Niet verstandig

Wat partijen in zijn ogen zeker niet moeten doen, is de man of de vrouw in plaats van de bal spelen. “Ik heb nog een citaat”, zei hij. “Namelijk: ‘het is wel duidelijk dat de medisch adviseur van het slachtoffer niet adviseert vanuit zijn professie als arts maar vanuit de behoefte het slachtoffer een – betaalde – dienst te bewijzen’. Ik denk dat het niet helpt als je zoiets opschrijft. Je trekt de integriteit van een medisch adviseur in twijfel. Dat is niet verstandig. Het gaat om de toonzetting, om de manier waarop je met elkaar omgaat. In ieder geval is dat de verkeerde toon.” Nog meer pijnpunten zijn, volgens Diederik Wachter, de te lange processtukken, de zettenherhaling en de stellingen die bij voorbaat niet haalbaar zijn. “Wat u wel kunt doen”, zo zei hij, “is procesregels naleven, stukken tijdig indienen, beleefd en respectvol optreden en rekenschap geven van uw bewijspositie.”


Deelgeschillen

Diederik Wachter had tot slot nog een punt. “Tijdens het PIV-congres in 2013, toen de deelgeschilprocedure een paar jaar onderweg was, heb ik aangegeven dat er zo weinig deelgeschilprocedures op gezamenlijk verzoek van partijen of op initiatief van de verzekeraar worden ingesteld. U hebt niet naar mij geluisterd, want dat komt nog steeds niet of nauwelijks voor. Dat is, denk ik, niet goed voor de beeldvorming over verzekeraars. Als u een bepaald geschil van mijlenver ziet aankomen en u weet ook dat het niet wordt opgelost, waarom zou je dan wachten totdat zo’n procedure altijd weer aan de kant van de benadeelde moet worden aangezwengeld. Doe het dan zelf. Stel het liefst gezamenlijk op, leg samen uit waar het geschil uit bestaat en leg het voor. Ik denk dat dit goed is voor het beeld van een actief optredende verzekeraar die de zaak wil afronden.”

Mr. Diederik Wachter, senior-rechter bij Rechtbank Midden-Nederland en oud-voorzitter van de Commissie Register Letselschade, keek op het PPS-Congres in de spiegel van de rechter naar de procespraktijk.

Actueel